Dialoog betekent tweespraak of samenspraak. In de dialoog wordt het accent gelegd op het intentionele (‘samen willen spreken’) en niet op het formele aspect (wijze waarop personen met elkaar in gesprek zijn). Deze samenspraak houdt het voornemen in de ander te willen vinden in het zoeken van oplossingen.
Socratische dialoog Socrates leefde 2500 jaar geleden in Athene. Op de Agora (het politieke en culturele centrum van de stad) ging hij in gesprek met bestuurders, ondernemers, politici, vaklieden, kunstenaars en studenten over fundamentele kwesties in hun werk en leven. Socrates vroeg hen na te denken over hun beslissingen gedrag en hun standpunten. 1. De inbrenger van het onderwerp vertelt kort wat hij ervaren heeft. • Wat er feitelijk gebeurd is (feiten) • Wat hij zelf gedaan heeft (handeling) • Wat de situatie persoonlijk voor hem betekende (gevoel, beleving) • Welke vraag hier onderzocht moet worden (vraag) 2. De anderen stellen om de beurt verhelderingsvragen. 3. De anderen verplaatsen zich in de schoenen van de voorbeeldgever aan de hand van de volgende vragen: • Wat zou de situatie voor jou betekenen (gevoel, beleving)? • Wat zou je doen als je je in die situatie bevond (handeling)? • Hoe zou je de gestelde vraag onder 1 beantwoorden (oordeel)? • Op grond van welke onderliggende redenen (visie)? 4. Aan het einde neemt iedereen voor zichzelf een paar minuten de tijd om voor zichzelf te formuleren wat de essentie is, de principes en waarden waar het hier om gaat. • Wat gaat je aan het hart? Wat moeten we hier ter harte nemen (essentie)? • Welke moed is nodig om daar recht aan te doen? Wat moet je hiervoor op geven. Wat heb je onder ogen te zien? • Wat is dus nodig in de organisatie? en om te bewerken. |
Dialoog |